Joost Houben, vice president customer development bij Unilever.
Joost Houben, vice president customer development bij Unilever. Guido Benschop

Joost Houben (Unilever): ‘Wil je impact maken, dan moet je bij ons zijn’

Door: Dave van Loon · leestijd 7 minuten FPWork

Unilever wil wereldwijd ‘net zero’ zijn in 2039, maar Unilever Nederland wil daarin voorop lopen en wil dat doel een stuk sneller bereiken. “Wij zijn ervan overtuigd dat verduurzaming straks een concurrentievoordeel oplevert, maar we zien ook dat jong talent het steeds belangrijker vindt om bij een bedrijf te werken dat een positieve impact heeft op de samenleving en de planeet.”

Niet dat Unilever direct iets te klagen heeft als het gaat om de belangstelling van jonge mensen voor een functie bij de multinational. “We krijgen jaarlijks meer dan duizend aanmeldingen voor ons trainee-programma, terwijl we maar plaats hebben voor zo’n dertig mensen.” Maar het gaat Joost Houben, vice president customer development bij Unilever, om iets anders: de door toenmalig topman Paul Polman ingezette grootscheepse verduurzaming van het bedrijf is niet alleen een randvoorwaarde voor toekomstige groei, het trekt ook een nieuwe, kritische generatie medewerkers aan.

Unilevers’ nieuwe ceo – Hein Schumacher – heeft die duurzame visie bij zijn aantreden nog eens onderstreept en de aandeelhouders van Unilever hebben onlangs het Climate Transition Action Plan, waarin een ambitieuze ‘net zero’-doelstelling in 2039 is vastgelegd, vrijwel unaniem (met 99,5% van de stemmen) aangenomen. Prachtig, maar je hebt ook de juiste mensen nodig om die doelstelling te verwezenlijken en in een krappe arbeidsmarkt als de huidige heeft jong talent het voor het kiezen.
“Je ziet dat vooral jonge mensen vaker dan voorheen kiezen voor een klein bedrijf met een maatschappelijke missie waar ze snel tastbare resultaten kunnen bereiken. Bij een groot bedrijf als Unilever is dat lastiger, maar de impact van elke stap die we zetten is uiteindelijk vele malen groter.”

Unilever zegt:‘Our purpose is to make sustainable living commonplace’. Het is de reden waarom we elke dag naar het werk gaan, zeggen jullie zelfs. Klinkt goed, maar hoe maak je dat nou tastbaar voor mensen die geïnteresseerd zijn in een carrière bij Unilever? Immers, de kritiek op een multinational als Unilever is bij tijd en wijle niet mals en schrikt misschien af.

“Grote bedrijven zoals het onze moeten hun ambities zoveel mogelijk concreet maken. Het is prachtig dat we een plan hebben met ambitieuze doelstellingen, maar wat merk je er nou in de praktijk van? Onze focus op plastic is een goed voorbeeld van hoe je het concreet maakt. We gebruiken minder of geen plastic en als het gebruik van plastic onontkoombaar is, gebruiken we beter plastic zoals rPET. Dat is voor iedereen te zien. Wat we beter kunnen doen, is dat we ook vertellen over de kleine stapjes die we zetten. We hoeven niet te wachten totdat we een doelstelling hebben bereikt. Ook over de tussenstapjes kun je vertellen. Zo neem je mensen mee in je verhaal.”

Bereik je daarmee ook de kritische mensen die je wilt overtuigen en aan je wilt binden? 

“We zijn juist op zoek naar die mensen die meer willen dan alleen een goed salaris. Steeds meer mensen willen in hun werk een positieve impact maken. Daar geven we ze alle ruimte voor, omdat we dat als bedrijf ook willen. Wel is Unilever door de schaal een stuk complexer dan veel andere bedrijven. Dat moet je uitleggen. Dat doen we onder meer door universiteiten te bezoeken om met studenten te praten. Daar sturen we niet alleen de mensen naartoe die talent werven, maar ook de mensen die al lang bij Unilever werken en vanuit de praktijk kunnen vertellen over hun werk en hoe ze daarin op allerlei manieren kunnen bijdragen aan een betere wereld.” 

Je ziet bedrijven die duurzaamheid hoog in het vaandel hebben regelmatig kiezen voor een b-corp certificering. Een bedrijf als Danone heeft die stap gezet en ook Albert Heijn heeft aangekondigd daarmee bezig te zijn. Overwegen jullie dat ook?

“Je maakt je sociale en ecologische inspanningen inzichtelijk met een b-corp certificering, maar dat is iets dat we als Unilever al jaren doen. B-corp zou in ons geval dan vooral een pr-instrument zijn. Als Nederland-organisatie kiezen we er niet per se voor om voor b-corp certificering te gaan, ook omdat onze supply chain nogal Europees ingebed is. Overigens hebben een aantal Unilever-merken wel een b-corp status. Denk aan ijsmerk Ben & Jerry’s, de gezonde snacks van Graze en theemerk Pukka, al is dat laatste merk inmiddels verkocht.”

De indruk bestaat dat na het tijdperk Paul Polman de nadruk op duurzaamheid minder, of althans minder uitgesproken is geworden…

“Mijn indruk is dat het onderwerp en de urgentie ervan alleen maar groter zijn geworden. Wel is het zo dat toen Paul Polman duurzaamheid 15 jaar geleden voor het eerst agendeerde, het op dat moment uniek was dat een ceo van een groot bedrijf als Unilever dat deed. Dat trok enorm veel aandacht. Dat is nu wat minder. Het onderwerp is mainstream geworden, maar in de praktijk zijn we er meer dan ooit mee bezig. Wel moeten we onze performance verbeteren om in verdere verduurzaming te kunnen blijven investeren.”

Welke vervolgstappen op het gebied van duurzaamheid kunnen we van Unilever verwachten?

“‘Net-zero’, dus per saldo CO2-neutraal, dat willen we als Unilever totaal in 2039 bereiken. Maar hier in Nederland willen we dat een stuk sneller. We hebben zeer gedreven mensen in huis die de transitie lokaal aanjagen. Zo zal je van Unox, ons meest uitgesproken vleesmerk, meer producten zien die plantaardig zijn of waarbij gebruik wordt gemaakt van kip in plaats van rund- of varkensvlees. En uiteraard blijven we gas geven op De Vegetarische Slager. Maar ook op het gebied van verpakkingen en non-food blijven we met initiatieven komen. Kijk, je hebt mensen die voor een duurzaam merk als Ben & Jerry’s willen werken, maar je hebt ook mensen die het een uitdaging vinden om aan de verduurzaming van Robijn te werken. We gaan ook steeds verder de keten in. Het stimuleren van zoiets als regeneratieve landbouw is relatief nieuw, maar belangrijk voor de voedselzekerheid op termijn. De omschakeling naar die vorm van landbouw, waarbij natuurlijke hulpbronnen zoals de bodem niet langer worden uitgeput, kunnen wij echter niet alleen bewerkstelligen. Hein Schumacher, onze nieuwe ceo, heeft daarom aandeelhouders, pensioenfondsen en andere investeerders opgeroepen tot een systeemverandering in de landbouw.”

Houben schetst een maatschappelijke context waarin de verwachtingen van overheid, ngo’s, burgers maar ook (toekomstige) werknemers steeds hoger worden. Verdere verduurzaming is onontkoombaar, maar is ook vanuit zakelijk perspectief de enige juiste route. “We willen verduurzamen, maar we zien ook dat de risico’s van niet verduurzamen steeds groter worden. Om maar eens wat te noemen: we zien ‘carbon taxation’, allerlei vormen van het belasten van CO2-uitstoot, op ons afkomen. Wij zijn ervan overtuigd dat verduurzaming op termijn op tal van fronten een concurrentievoordeel oplevert.”


Houben: “We willen verduurzamen, maar we zien ook dat de risico’s van niet verduurzamen steeds groter worden. Wij zijn ervan overtuigd dat verduurzaming op termijn op tal van fronten een concurrentievoordeel oplevert.”

Terug naar Unilever als werkgever. Naar wat voor mensen zijn jullie eigenlijk op zoek? Over wat voor kwaliteiten moeten ze beschikken?

“Naar toptalent, al betekent dat nu iets anders dan jaren geleden. Een typisch carrièrepad binnen de commerciële organisatie kennen we niet meer. Ik ben hier zelf als trainee begonnen in sales, maar heb jaren in marketingfuncties gewerkt. Nu ben ik eindverantwoordelijk voor sales. Maar ik zie ook mensen vanuit marketing naar human resources gaan. De afgelopen jaren hebben we ook de komst van e-commerce en ‘digital’ als volledig nieuwe disciplines gezien. In veel functies gaat het – naast functionele expertise - ook heel duidelijk om het vermogen om samen te werken of om leiding te geven. En het gaat zeker niet alleen om jong talent, ook talentvolle instromers vanuit andere bedrijven zijn hier meer dan welkom.”

Unilever heeft mensen veel te bieden, vindt Houben. Een mooi bedrijf met grote en bekende merken, zowel lokale als internationale functies - en dat allemaal in Rotterdam. Maar ook: een bedrijf dat veel investeert in de binding met medewerkers. “Het hybride werken sinds corona heeft de dynamiek wel wat veranderd. We geven mensen veel vrijheid, maar op bepaalde momenten zijn we bij elkaar. Als team en sowieso één keer per maand allemaal. Daarnaast organiseren we regelmatig events.”

Het nieuwe werken doet volgens Houben geen afbreuk aan de bedrijfscultuur, al vraagt het volgens hem wel wat extra’s van de bedrijfsleiding. “Ik denk dat we bij Unilever hier in Nederland een goede balans hebben gevonden als ik dat met andere Unilever-landen vergelijk. Veel jonge mensen werken graag op kantoor, terwijl mensen met kinderen of bijvoorbeeld mantelzorgers het fijn vinden om vaker vanuit huis te werken en zelf hun tijd in te delen, zonder dat er tijd verloren gaat aan woon-werkverkeer. Het hybride werken past zo eigenlijk voor iedereen.”

Wel kijkt de jongere generatie volgens Houben anders naar werk: het moet zinvol zijn en in balans met alle andere activiteiten in hun leven. “Sommige stappen actief naar de leiding omdat ze maatschappelijk actief willen zijn. Dat faciliteren we door middel van allerlei partnerships met goede doelen en maatschappelijke organisaties, omdat ook Unilever zelf meer wil betekenen voor de samenleving.”

Heeft het gegeven dat Unilever officieel geen Nederlands - nou ja, Brits-Nederlands - bedrijf meer is gevolgen gehad voor de aantrekkelijkheid van Unilever als werkgever?

“Nee, daar heb ik echt niks van gemerkt. Het was vooral een juridische wijziging die in de media veel aandacht trok, maar die voor de praktijk van de mensen hier eigenlijk geen gevolgen had. Er zijn ook geen banen door verdwenen. Sterker nog, sinds dat besluit is het totaal aantal banen alleen maar toegenomen. Wel zijn we intussen anders georganiseerd. We werken nu in vijf business units, waarin we vooral Europees meer samenwerken. Maar Nederland is en blijft belangrijk voor Unilever. Hier zijn zowel de ijs- als de foodsdivisie officieel gevestigd en Nederland is ook nog eens de thuishaven van ons wereldwijde innovatiecentrum voor voedingsmiddelen in Wageningen.” 

Unilever geldt in diverse categorieën als innovatiemotor. Dat moet voor talent – jong dan wel gevorderd – toch eigenlijk de belangrijkste reden zijn om voor Unilever te kiezen?

“Voor mij was dat in ieder geval doorslaggevend. De mogelijkheden en middelen die je hier krijgt om te werken aan nieuwe producten om categorieën voor ons en voor onze handelspartners te laten groeien, zijn uniek. We brengen numeriek misschien wat minder introducties dan voorheen, maar dat is omdat we inzetten op innovaties en renovaties met een grotere impact. Denk bijvoorbeeld aan de nieuwe wasmiddeldoekjes van Robijn. Een wasmiddel zonder vloeistof en zonder plastic! De doekjes lossen volledig op in de wasmachine. De lichte en compacte verpakking is ook bijzonder geschikt voor e-commerce. Maar ook met Magnum (Sunlover & Starchaser) hebben we dit jaar weer groots uitgepakt. En heel mooi vind ik nu ook de nieuwe Andrélon Pro Nature, de eerste shampoo met een volledig biologisch afbreekbare samenstelling. Maar ook het programma waarbij we extra groente toevoegen aan de producten van Unox en Knorr slaat goed aan en zorgt voor gezonde groei. Het zijn stuk voor stuk voorbeelden van mooie innovaties en projecten om aan te werken. Ik zou het wel weten als ik op zoek was naar een mooie uitdaging.”

Benieuwd naar de carrièremogelijkheden bij Unilever? Kijk op careers.unilever.com/netherlands voor meer informatie over de diverse recruitingprogramma’s, het inclusieve personeelsbeleid en de actuele vacatures.

Dit artikel verscheen eerder in het septembernummer van FoodPersonality

Nieuws

Personality's

Opinie

Productnieuws

Branche & Cijfers

Vacatures

Abonneren op FoodPersonality

  • Weet wat er speelt! Ontvang een jaar lang FoodPersonality!
  • Maak nu voordelig kennis met Foodpersonality door eerst 4 nummers te ontvangen.